Der Dreiklang
Triade | |
Rudolf Belling | |
| 1919 | |
| Signatuur onderaan: “Rudolf Belling 1919”, gietstempel onderaan: “GUSS H. NOACK BERLIN” | |
| Open in nieuw venster | |
brons | |
beelden (objectgenre) | |
| 90 x 85 x 77 cm | |
| cultuurgoederen periode 1914-1945 |
| Individueel voorwerp | |
| Artistiek erfgoed | |
| Overheidsbezit | |
| “Triade” is het enige werk van Rufolf Belling in een Belgische openbare collectie (zeldzaam). Rudolf Belling stond in nauw contact met de Antwerpse avant-garde. Hij exposeerde in januari 1922 op de Internationale Tentoonstelling van het 2de Congres voor Moderne Kunst in Antwerpen. In november van hetzelfde jaar verscheen in het tijdschrift “Het Overzicht” zijn essay/manifest “Ruimte, sculptuur en vorm”, vertaald door Jozef Peeters. In het nummer van maart-april 1923 staan drie paginagrote illustraties van sculpturen van Belling, waaronder “Triade” (waarde voor het collectieve geheugen). Zoals “Beeld op een driehoekige sokkel” van Archipenko kan ook “Triade” als referentie dienen om de lokale artistieke productie in dezelfde periode te beoordelen, ook en vooral omdat het via publicatie in “Het Overzicht” voldoende bekend was (schakelfunctie en ijkwaarde). De historische avant-garde wordt gekenmerkt door de snelle opeenvolging van tendensen die de grenzen opzoeken van wat formeel mogelijk is. “Triade” is het meest gereproduceerde beeld van een kunstenaar die zich bevrijdt van de invloed van de pioniers. In die zin is het representatief voor de ambities van avant-gardekunstenaars die geen genoegen nemen met de rol van epigoon. Met “Triade” – de eerste abstracte sculptuur in Duitsland en een groot icoon van de modernistische beeldhouwkunst – neemt Belling afscheid van de figuratie (schakelfunctie en ijkwaarde). Hij gaat meteen verder dan zijn voorbeelden Archipenko, Boccioni en Duchamp-Villon waarvan de kubistische vormentaal nog meer verwijst naar de werkelijkheid. Door de houdingen van de drie figuren (wellicht dansers) te abstraheren tot bolstaande vlakken met scherpe contactpunten, creëert hij een beweging die de centrale leegte in haar ritme betrekt. Zoals veel pioniers van de abstracte kunst zag Belling duidelijke parallellen tussen beeldende kunst en muziek, met op de achtergrond een streven naar het Gesamtkunstwerk. In dit geval zelfs letterlijk: de oorspronkelijke, niet gerealiseerde bedoeling was om het werk in groot formaat uit te voeren (zes meter hoog) als podium voor opvoeringen van nieuwe muziek (artistieke waarde). | |
| nee | |
| Open in nieuw venster | |
| 17 november 2022 | |
| 30 januari 2023 |
| MID.B.315, objectnummer KIK: 133461 | |
| Middelheimmuseum | |
| Middelheimstraat 61, 2000 Antwerpen | |
| Open in nieuw venster |
| ||||||||
|
