De monumentale tekening toont een allegorische voorstelling van de overwinning van de Kerk. In een beboste omgeving wordt een praalwagen getrokken door zes paarden en begeleid door de vier Kerkvaders Ambrosius, Gregorius, Hiëronymus en Augustinus en twee auteurs van theologische werken, Thomas van Aquino en Tertullianus. In de triomfwagen zitten vier vrouwen. Zij stellen de Kerk (Ecclesia), de opvolging van de pausen (Successio Papalis), de Oudheid (Vetustas) en de Universaliteit (Universitas) voor. Achter de praalwagen lopen een heiden, een mohammedaan en een jood, elk met een boek. Midden onderaan, in pen in bruin, staat de inscriptie ‘Adrien de Wert’ (Adriaan de Weerdt), verwijzend naar een oude toeschrijving. Deze tekening ontstond in de context van de contrareformatie en wordt gelinkt aan de festiviteiten in het Heilige Jaar 1575 in Rome, tijdens het pausschap van Gregorius XIII (1572-1585). Hans Speckaert kwam vermoedelijk aan in de Eeuwige Stad rond 1566-67 en was er tot zijn dood werkzaam. Door zijn lang verblijf op het schiereiland onderging hij een belangrijke invloed van het Italiaanse maniërisme en ontwikkelde binnen die stroming een eigen, herkenbare tekenstijl. Het is de enige tekening bewaard in Vlaanderen die op basis van stilistische kenmerken kan worden toegeschreven aan de meester. Omwille van de ontstaanscontext en als onuitgevoerd tapijtontwerp heeft de tekening een bijzondere waarde voor het collectieve geheugen. Een nagenoeg identieke tekening wordt bewaard in het Szépmuvészeti Múzeum in Budapest (inv. 1374), samen met een variant op hetzelfde ontwerp (inv. 1373). Deze tekeningen vormen een belangrijke schakel in de traditie van de creatie van kunstwerken met als thema de triomf van de Kerk en staat zelfs aan het begin van een ontwerptraditie met latere voorbeelden van Jan van der Straet (zie topstuk-ID 871), Otto van Veen (1556-1629) en Peter Paul Rubens (1577-1640).