Deze tekening diende als spiegelbeeldig, zeldzaam doorgeprikt voorbeeld voor een prent in een postuum uitgebrachte prentenreeks met de voorstelling van de zeven hoofdzonden, gerealiseerd door Frans Menton (ca. 1545-1615) en uitgegeven door Adriaan Huybrechts in Antwerpen. Deze allegorische voorstelling van de luiheid werd ten behoeve van het overbrengen van het ontwerp op de koperplaat doorgeprikt. In het Louvre wordt een zeer vergelijkbare maar niet doorgeprikte getekende allegorie van de afgunst bewaard voor dezelfde reeks (inv. 20.626). Frans Floris hanteerde de tekentechniek ook voor voorbereidende tekeningen voor de prentmaker Cornelis Cort (1533-1578), met wie hij eerder een reeks van de zeven deugden realiseerde, die in 1560 werd uitgegeven door Hiëronymus Cock (1518-1570). De tekening draagt links onderaan een inscriptie in pen in bruin: ‘F Flor’. Het figuurtype is gebaseerd op het antieke beeld van Ariadne in het ‘Cortile del Belvedere’ van het Vaticaan. Als typevoorbeeld van Floris’ voorbereidende tekeningen voor prenten heeft dit blad een ijkwaarde. Dergelijke tekeningen behoren tot de laatste artistieke productie van de meester. Schilderijen uit die periode zijn nog nauwelijks bekend, waardoor het blad een belangrijke schakelfunctie binnen zijn oeuvre heeft. In Vlaanderen worden slechts enkele tekeningen van Floris bewaard, waaronder een schets uit zijn Romeinse periode (cf. topstuk-ID 880).