Deze unieke reeks van 69 tekeningen was bestemd als voorstudie voor de decoratie van de stad Antwerpen, ter gelegenheid van de Blijde Intrede van aartshertog Ernest van Oostenrijk in 1594. De tekeningen hebben dus een grote waarde voor de instandhouding van het collectieve geheugen, temeer daar zij illustreren hoe buitenlandse handelaars, die talrijke vertegenwoordigers hadden in de stad Antwerpen, deelnamen aan de versiering van de stad. De triomfbogen werden ingericht in de voornaamste straten, evenals tijdelijke theaters, waar de stoet opgeluisterd werd met muziek en toespraken. Stadssecretaris Jan Boghe gaf van de intocht een minutieuze beschrijving. Zijn werk werd hetzelfde jaar uitgegeven bij Plantijn. Maarten de Vos was één van de schilders die, op latere leeftijd, de schetsen leverde voor de decoratieve panelen die de monumenten versierden. De serie is zeldzaam in haar genre, door het aantal en de variëteit van de tekeningen, en door de invloed van de Italiaanse renaissance, die het hele oeuvre van Maarten de Vos kenmerkt. Vele van de attributen zijn door Cesare Ripa beschreven in diens Iconologia, uitgegeven in 1593, wat er op wijst dat Maarten de Vos bekend was met Ripa’s werk. Verscheidene tekeningen werden gegraveerd. Zo is de Musica verwant aan dezelfde voorstelling uit de Zeven vrije Kunsten van Crispian de Passe. De vier werelddelen werden gegraveerd door Adriaen Collaert. De voorstelling van Europa is verwant met eenzelfde voorstelling uit Filips Galle’s Prosopographia. Ter illustratie wordt een afbeelding van de tekening Lex toegevoegd.