Erycius Puteanus, die te Milaan in de Bibliotheca Ambrosiana ervaring had opgedaan, kwam naar Leuven als opvolger van Justus Lipsius (1547-1606) en werd een van de grote promotoren van de op te richten Centrale Bibliotheek (1636). Hij was duidelijk een ambitieus en zeker een productief auteur, die de uitvoering van zijn eigen werk van nabij volgde. Dat er met het drukken van een boek een en ander kan verkeerd gaan, toont dit werkje over tijdrekening, waarbij de handen als rekentafel kunnen worden gebruikt. De graveur hield er duidelijk geen rekening mee dat het gegraveerde beeld op het papier geïnverteerd terechtkomt. Puteanus heeft in het exemplaar dat in de Leuvense universiteitsbibliotheek bewaard wordt, eigenhandig correcties bij de illustratie van de handen aangebracht. Hij heeft dit exemplaar overigens helemaal uitvoerig geannoteerd. Alhoewel er binnen de Vlaamse Gemeenschap en wereldwijd nog enkele exemplaren bekend zijn van de Olympiades uit 1626 (o.m. Antwerpen, SB en Gent, UB) is dit boek in de Leuvense collectie juist omwille van de vele auteurscorrecties uniek.